De oudste dochter: als ik het niet doe, wie doet het dan?
Met een zucht bekijk jij je ellenlange to-do-lijst. Op dat moment besluit je om geen extra taken meer op je te nemen. Hier wil je echt vanaf.
Maar dan wordt er gevraagd wie deze taak op zich wil nemen. Jij wilt antwoorden, maar je beseft je op dat moment dat je had voorgenomen om geen extra taken op je te nemen. Je gaat letterlijk op je handen zitten om te voorkomen dat je reageert.
Het blijft stil. Men kijkt elkaar aan. Je hebt het gevoel dat jij aangekeken wordt. Het voelt ongemakkelijk. Jij moet echt je best doen om je mond dicht te houden. En ondertussen poppen er allerlei gedachten in je op. Van ‘het is belangrijk’ tot ‘ik wil niet dat degene die het vraagt ermee blijft zitten’.
Ik doe het wel